Ondraaglijk Lijden

PaulEd“Zij heeft meer plastic in haar bumpers dan een Japanse auto”, verkondigde de Amerikaanse toerist vergenoegd over zijn geblondeerde trofeetuttebel met tieten stijf van de siliconen. Ze zag er ook overigens uit alsof ze per uur te huur was. De camera pande van de blonde boezem naar het Balinese strand waar nog meer Westerse cultuurdragers zich met zielsveel plezier overgaven aan zondige bezoedelingen van het zwakke zweethete vlees. Heren Terbuyl en P. schakelden met een zucht het megabreedbeeld flatscreen televisietoestel uit, wetende dat zij al het moois dat het massatoerisme met zich meebrengt moesten ontberen. Lombok, alwaar wij ons bevonden (de ouderen onder ons kennen nog wel het rijtje van grote en kleine eilanden in ons voormalige Indië), is nog immer niet uitgegroeid tot een toeristenhemel zoals Bali, Phuket of prostitutieparadijs nummer 3, Pattaya. Er is potjandoosje op het hele eiland slechts één miezerige mall. Geen wonder dus dat wij, als heren, ons dierlijk verveelden, nadat het noodrantsoen geweldsfilms was geconsumeerd en wij vanaf het platje hopeloos uitzagen over de poel van ellende met achterliggende onkruidhel.

We gaven al eerder aan dat het badkantbestaan van de executive expat in den vreemde lang niet gemakkelijk is. Hier volgt dan nu de meer gedetailleerde uiteenzetting van de heren Terbuyl ende Neybacker aangaande de omvang en ernst van het lijden van een ex-pat geposteerd in een gaatje in de gordel van smaragd, die zinderende ceintuur die ons Insulinde is. Deze klaagzang is verluchtigd met illustraties welke als bewijsmateriaal aangemerkt mogen worden.

Zoals een heer betaamt beschikt heer Terbuyl over diverse pieds à terre in meerdere landen. Recentelijk, met oog op het duikgebeuren, deed hij een diepteinvestering in een nietig optrekje in het Lombokse. Heer P. was, tevens recentelijk, om precies te zijn in Julij jongstleden, enige weken te gast bij heer Terbuyl op dit bescheiden buiten dat de naam landgoed niet verdient. Heer P. mocht gelijk een de Rochebrune bivakkeren in het tuinhuisje, op loopafstand van de oprijlaan.

Wie beschrijft echter onze verbijsterde ontzetting bij aankomst? Het landkrot bleek buitenmuren te missen zodat we vanuit de huiskamer annex keuken zo uitkeken op een stuk nauwelijks onderhouden oerwoud alwaar men tussen de mango’s en ander vallend fruit door moest slalommen. Waar zijn de tijden dat men op vakantie nog kon rekenen op een blinde muur of een vuilnisbelt voor de deur (mijmer de mijmer)? Nu moesten we heel de tijd valfruit, bladeren en bloemen uit het gras en de slotgracht verwijderen. Dat was heel vermoeiend voor ons, want er waren niet meer dan twee tuinlieden beschikbaar voor deze taak en die moesten wij uiteraard heel de tijd aansturen.

Het hutje in de groene hel

Het lijkt allemaal leuk en aardig zo een poedelbak voor de deur (ware het niet dat wij zoals u kunt vaststellen een voordeur moesten ontberen), maar heeft u, beste lezer er wel eens bij stilgestaan wat een onderhoud zoiets allemaal vergt? Gelukkig heeft een heer zo zijn personeel voor dergelijke corveetaken.

Bij gebrek aan muren (en een met hoogspanningsdraad, laserstralen en geautomatiseerde machinegeweren bewaakte perimeter) kon alles en iedereen zomaar het huis binnenlopen, -wippen, -fladderen en -vliegen: palmratten, padden, kikkers hagedissen, vlinders, vogels en vleermuizen, het leek wel een zoo. Als een heer in de stemming is om dierenspul te bezichtigen dan gaat hij wel naar Artis, waar dat gespuis thuishoort. Op één dag waren wij zelfs gedwongen om een meterslange slang uit de vierde badkamer te weg te bonjouren, nu vragen wij u!

En de geluidsoverlast ging werkelijk alle perken te buiten; dat tsjirpte, kwaakte, tjitjakte en tokehde er maar op los tot horen, zien en zwijmelen een heer vergingen. We waren wel gedwongen om opgenomen verkeersgeraas af te spelen in onze master bedrooms om überhaupt de slaap te kunnen vatten.

Uit pure ellende boekten wij dus een duiktripje naar de Gili eilanden voor de kust van Lombok in de hoop daar een Starbucks te vinden voor een stroopwafel bij de koffie, doch wij werden wederom danig diep teleurgesteld.

Het verblijf bleek een ware beproeving. Overdags deed het zwerk pijn aan de ogen en ‘s nachts leden we onder een verschrikkelijke lichtvervuiling, jawel. Elke avond was de hele hemel bezaaid en bezoedeld met lichtjes. Sterren noemen ze die troep, maar zingen ho maar. Een heer prefereert Glennis Grace, da’s pas een ster.

Loos uitzicht vanaf Gili Air

Het water was ook abnormaal blauw en tevens nooit goed op temperatuur: altijd te warm om af te koelen en te koud om op te warmen. In arren moede blijft een heer dan in zijn pondokje, maar ook daar is het uitzichtloos afzien: Wil je eens mijmerend uitstaren over de baren... staat er weer zo'n lompe vulkaan in de weg.

De vervuiling was er onbeschrijflijk: overal deels in ontbindende staat verkerend loof en het strand lag bezaaid met schepen, schelpen en andere zeerommel. Daar wordt een heer niet vrolijk van..

Boten in plaats van bloten in het zichtveld

Het bewijs is geleverd: zo'n strand zou gereserveerd dienen te zijn voor het toplessgebeuren, maar in plaats van bloten zien wij boten. Valt het te verwonderen, oh waarde lezer, dat wij als heren regelmatig een doodswens koesterden in dat trieste tranendal?

In het water was het evenwel nog erger. Het stikte er van volkomen verkeerdgekleurde vissen (wat die gerookt hadden mag de schepper weten) en dan, wanneer je jezelf het snot voor de oren gezwommen had om aan die psychedelische zooi te ontkomen, kwam je steevast terecht in een zwerm zeeschildpadden, men kon werkelijk van een plaag spreken. En wanneer je dan geplaagd en gemarteld het water ontvluchtte en troost zocht in de vorm van een broodje kroket, of voornoemde stroopwafel, kreeg je overal nul op het rekest. Wat ze wel hadden was nasi, véél nasi, maar geen bikmek; wel van die gebarbecuede dingen met graten, maar geen behoorlijk gemagnetroneerde visstick. Wij vragen u dus af, oh lezer: Is het verwonderlijk dat wij als heren er na twee weken er helemaal doorheen zaten? Wij prezen de hemel dan ook toen wij uit de hel die Lombok heet weg mochten.

Nu gaat het weer een beetje met ons…

This entry was posted in Ed ter Buyl, Jeremiades, Paul Nijbakker and tagged , . Bookmark the permalink.

13 Responses to Ondraaglijk Lijden

  1. Ha, ha ha, wat een lijdensweg.

  2. Rob Alberts says:

    Ik begrijp dat jullie nu langdurig in een revalidatiecentrum bivakkeren.
    Sterkte met het herstel.
    Bemoedigende groet

  3. @Antoinette,
    Ja, ik ben er nog kapot van!
    @Rob,
    Ik zou nog meer jeremieren, maar dat is tegen het doktersadvies.

  4. Pingback: Balen bij het bad, een aubade | Het Triumviraat

  5. PACO PAINTER says:

    Is er al slachtofferhulp voor je geregeld?

  6. Dus jullie gaan nooit meer terug naar deze hel?

  7. @Paco,
    We zijn hopeloos hulpeloos, sielug hè?
    @CAMvV,
    Heer Terbuyl moet wel, hij zit financieel vast aan die bouwval, maar hij gaat iedere keer weer met ware doodsverachtende tegenzin.

  8. Cor Verhoef says:

    Man, man, wat een narigheid. Dat houdt een normaal mens toch niet vol? Massochisme van de eerste orde zou ik zeggen.

    PS Kheb me rot gelachen 😉

  9. Marjelle says:

    “Bij gebrek aan muren (en een met hoogspanningsdraad, laserstralen en geautomatiseerde machinegeweren bewaakte perimeter) kon alles en iedereen zomaar het huis binnenlopen, -wippen, -fladderen en -vliegen”: en vooral dat -fladderen en -vliegen, helemaal niks voor mij. 😉

  10. @Cor,
    Ik wordt ook weer helemaal verdrietig als ik eraan terug moet denken…
    @Marjelle,
    Vleermuizen en zwaluwen kwamen de vliegen en muggen achterna; twas niet te doen.

  11. Anton Lustig says:

    Mag ik vragen……. Dus eigenlijk, EIGENLIJK was het dus heel leuk…….?!?

  12. Pingback: Werkbezoek Sint Petersburg, Peterhof | Het Triumvieraat

  13. Pingback: Zorg om de Premie | Het Triumvieraat

Leave a reply to Anton Lustig Cancel reply